In this episode, I explain the Dutch education system, covering primary and secondary schools. I discuss the types of primary schools, mandatory education, and the key tests. For secondary education, I outline the main levels: VMBO, HAVO, and VWO, and how students can advance to higher levels.
Vandaag praat ik over het Nederlandse onderwijssysteem (education system). Dit betekent dat ik ga uitleggen (explain) hoe het schoolsysteem in Nederland werkt. Dit is belangrijk om te weten, zeker als je in Nederland woont of kinderen hebt die hier naar school gaan.
In Nederland is onderwijs (education) heel belangrijk. Daarom is er een leerplicht (compulsory education). Dit betekent dat kinderen vanaf hun vijfde jaar verplicht (mandatory) naar school moeten. Dit duurt tot het kind minstens (at least) zestien jaar is. Soms moet een kind zelfs langer naar school, bijvoorbeeld als het nog geen diploma heeft.
In Nederland beginnen kinderen op de basisschool (primary school) als ze vier jaar oud zijn. De basisschool heeft in totaal 8 groepen. In groep 1 en 2 leren de kinderen vooral spelenderwijs (particularly child's play). Ze leren bijvoorbeeld samen spelen, tekenen, knutselen (crafting), en liedjes zingen. Vanaf groep 3 leren ze lezen, schrijven en rekenen (counting). Dit zijn belangrijke basisvaardigheden (basic skills). In groep 8, het laatste jaar van de basisschool, maken de kinderen een belangrijke toets: de Cito-toets of een andere eindtoets. Deze toets helpt de school en de ouders om te bepalen (decide) naar welk type middelbare school het kind gaat. Maar de toets is niet beslissend (decisive). De leerkracht (teacher) kijkt ook naar hoe het kind heeft gewerkt en wat het beste bij hem of haar past (passen bij = matches/suits).
Na de basisschool gaan de kinderen naar de middelbare school (secondary school / high school). Er zijn verschillende niveaus (levels) in de middelbare school, afhankelijk van (depending on) wat het kind kan en wil. Ik zal de drie belangrijkste niveaus bespreken: VMBO, HAVO en VWO.
Het eerste niveau is het VMBO. Dit staat voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Het VMBO duurt vier jaar. Op het VMBO leren de kinderen niet alleen uit boeken, maar ook met hun handen. Het VMBO is meer praktisch. Ze leren bijvoorbeeld hoe je een auto repareert, hoe je met computers werkt, of hoe je eten maakt in een keuken. Na het VMBO gaan de leerlingen vaak naar het MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs) om verder te leren voor een beroep (profession).
Het tweede niveau is de HAVO. Dit staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. De HAVO duurt vijf jaar en is meer theoretisch. Op de HAVO leren de leerlingen dus meer uit boeken. Ze krijgen vakken zoals wiskunde (mathematics), geschiedenis, en vreemde talen. Na de HAVO kunnen de leerlingen naar het HBO (Hoger Beroepsonderwijs) om een diploma te halen in bijvoorbeeld economie, techniek, of onderwijs.
Het derde niveau is het VWO. Dit staat voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Het VWO duurt zes jaar en is ook theoretisch, maar dan op een dieper niveau. Op het VWO leren de leerlingen veel over vakken zoals natuurkunde (physics), biologie, en talen. Na het VWO kunnen de leerlingen naar de universiteit. Daar kunnen ze bijvoorbeeld dokter, advocaat (lawyer) of wetenschapper (scientist) worden.
Maar hoe weet je naar welk niveau je moet gaan? Dat is een belangrijke vraag. De basisschool, de ouders, en het kind beslissen (decide) samen wat het beste is. Ze kijken naar de eindtoets, maar ook naar wat het kind kan en wil. Het is belangrijk dat het kind naar een school gaat die past bij zijn of haar talenten en interesses.
Soms gebeurt het dat een leerling op de middelbare school merkt (notices) dat hij of zij meer kan leren dan op het huidige niveau (current level). In zo’n geval kan de leerling doorstromen (move / go on) naar een hoger niveau. Dit betekent bijvoorbeeld dat een leerling van VMBO naar HAVO kan gaan, of van HAVO naar VWO. Door door te stromen, krijgt de leerling de kans om nog meer te leren en zichzelf verder te ontwikkelen (develop).
In Nederland is het onderwijssysteem goed georganiseerd. Elk kind kan leren op een manier (way) die bij hem of haar past. Of je nu goed bent met je handen, graag uit boeken leert, of later naar de universiteit wilt gaan, er is altijd een school die bij je past.
Ik hoop dat je nu een beter idee hebt van hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkt. En als je nog vragen hebt, dan mag je me altijd een mailtje sturen (info@easydutchonline.com)